De droogte is nog niet voorbij, en dat heeft gevolgen voor de waterkwaliteit

Na de lage waterstanden in de Rijn van de afgelopen week gaat er op dit moment weer wat meer water door de Rijn. De regenbuien van het afgelopen weekend hebben verlichting gebracht en de komende week zit er nog meer “water in de lucht”. Toch zijn juli en augustus niet de droogste maanden voor de Rijn, maar september en oktober. En de temperaturen blijven de komende tijd nog aan de hoge kant.

De lage waterstand heeft onder meer gevolgen voor de waterkwaliteit. Zo zagen we de chloride-concentratie bij Lobith in korte tijd stijgen met 20 procent. Dit zal ook het geval zijn voor stoffen die niet of slecht worden afgebroken in afvalwaterzuiveringen. Stoffen die wel worden afgebroken, zoals medicijnresten, zien we vaak juist sterk dalen door hogere temperaturen of door de instraling van zonlicht.

De hogere temperatuur in combinatie met de lage waterstand kan wel voor problemen zorgen voor de visstand. In Zwitserland heeft men maatregelen genomen door schaduwplekken in te richten op plaatsen waar rivieren en beken wat dieper zijn. Vorig jaar zagen we de catastrofale gevolgen van korte heftige regenbuien (z.g. waterbommen). Het risico daarop is nog niet geheel geweken zolang er nog hoge temperaturen in het verschiet liggen. De aanhoudende warmte in combinatie met lage afvoer verhoogd de kans dat er giftige algenbloei kan optreden ook een langzaam stromende rivier.

Met de lage waterstand hebben calamiteiten zoals lozingen een grotere impact. De stoffen worden minder verdund maar door de lage stroomsnelheid blijven stoffen langer in het. Daarnaast geeft de intensieve Rijnvaart, met meer schepen die minder kunnen laden en in een smallere vaargeul elkaar passeren, ook een hogere kans op incidenten. De afgelopen week blokkeerde een 190 meter lange duwcombinatie de vaargeul gedeeltelijk tussen St. Goar en Oberwesel omdat met de schroef een obstakel had geraakt.

Ook de gevolgen van bosbranden kunnen een grote invloed hebben op de waterkwaliteit van de Rijn. Baden-Württemberg houdt rekening met grootschalige bosbranden in het Zwarte Woud, zoals in Californië. Hoewel een bosbrand zelf weinig directe invloed heeft op de Rijn zullen met de eerste regenbuien na een bosbrand veel verontreinigende stoffen (PAKs, zware metalen) uitspoelen naar de rivier. Maar ook veel meststoffen/nutriënten die niet langer worden vastgehouden en door erosie kan veel bodemmateriaal in de rivier terechtkomen.

Kortom: er staat ons nog een spannende periode te wachten. Ook als het de komende weken goed gaat zijn dit wel mogelijke scenario’s waar we de komende jaren mee rekening moeten houden wanneer de zomerse temperaturen nog verder zien stijgen.

Aanleiding: Waterstand Rijn stijgt even maar zakt daarna weer | ANP

Ook Rijn ondergaat hittegolf, maar nog niet zo dramatisch als in Italië

Woensdag werd bekend dat in meer dan honderd steden en dorpen in Noord-Italië minder drinkwater krijgen geleverd. Dit is een gevolg van de lage waterstand van de rivier de Po, die in zeventig jaar niet zo laag is geweest. Het uitblijven van regen in het voorjaar werd verergerd door een gebrek aan sneeuw deze winter, waardoor ook nog eens minder smeltwater beschikbaar is. Daarbij ondergaat de regio een langdurige hittegolf met temperaturen oplopend tot 36 graden. Utilitalia, de vereniging van drinkwaterbedrijven in Italië, heeft opgeroepen om de drinkwatervoorziening van 125 steden en dorpen ‘s nachts stop te zetten zodat waterreservoirs weer op peil kunnen komen.

Ook de Rijn regio heeft een periode van droogte achter de rug en ondergaat op moment een korte hittegolf. Toch is de situatie daar niet zo dramatisch als in Italië. Op dit moment ligt de afvoer van de Rijn rond de 1300 m3/s dat is weliswaar lager dan normaal (rond de 2000 m3/s) en zal niet veel verder dalen. Door de grote hitte ontstaan ook onweersbuien in het Rijnstroomgebied die de aanvoer op peil houden, zelfs iets doen stijgen.

Maar we staan nog maar aan het begin van de zomer. Als bij stabiel droog zomerweer de onweersbuien uitblijven zal de afvoer van de Rijn afnemen. De stuwen in de Lek bij Driel, Amerongen en Hagestein houden het water vast voor voldoende diepgang voor de scheepvaart. Maar wanneer de afvoer van de Rijn richting de 600 m3/s gaat is dat onvoldoende om het zoute zeewater uit de Rijndelta te spoelen, met name in de regio Rotterdam. In dat geval wordt de stuw bij Hagestein op een kier gezet om toch voldoende afvoer te creëren.

Met het dalen van de afvoer zie we ook de concentratie aan chloride, het zoutgehalte van de Rijn zelf stijgen, er vindt dan immers minder verdunning plaats. De bekende historische zoutlozingen uit de Elzas zijn door de sluiting van de kalimijnen sterk verminderd. Maar de invloed van chloridelozingen is langs de Duitse Neder-Rijn is nog altijd groot, met name uit de zijrivieren de Lippe, de Emscher, maar ook op de Midden-Rijn via de Moezel, en vanwege enkele directe lozingen op de Rijn.

Dankzij het afbouwen van de steenkolenmijnbouw langs de de Lippe en Emscher is de verwachting dat de choride-lozingen uit deze gebieden in de toekomst verder zal afnemen. Er worden nu al richtlijnen gehanteerd waarin is vastgelegd dat wanneer de zoutconcentratie te hoog wordt het bemalingswater moet worden opgevangen. Dit zal een positief effect hebben op het zoutgehalte van de Rijn bij lage afvoeren in droge perioden.

Aanleiding: More than 100 towns in Italy’s Po valley asked to ration water | Italy | The Guardian