Winnen van lithium in Duitsland niet zonder risico’s voor het milieu

Het is terug te vinden op elk oplaadbaar apparaat, straks misschien ook overal in ons milieu en ook in de Rijn: lithium. Smartphones, laptops en elektrische auto’s werken niet zonder lithium in hun batterijen. Een wit metaal dat veel energie op kan slaan en tegelijk maar weinig weegt, ideaal voor mobiele toepassingen.

Op dit moment komt het meeste lithium dat we gebruiken uit Australië, Chili, Argentinië en Bolivia maar binnenkort ook uit Duitsland. In het Oberrheingraben-gebied dat tussen Bazel en Frankfurt ligt, komt vulkanisch grondwater dicht aan de oppervlakte. Het hete grondwater leent zich goed voor het winnen van geothermische energie, maar bevat ook hoge gehaltes aan lithium. Men verwacht vanaf 2025 per jaar 40.000 ton lithiumhydroxide te kunnen winnen, genoeg om 1 miljoen auto’s van een batterij te voorzien.

Op het eerste gezicht lijkt de situatie ideaal. De energie uit het hete lithiumrijke grondwater wordt gebruikt om het lithium te extraheren en het afgekoelde, lithiumarme water wordt weer terug de grond in gepompt. Op deze manier denkt men klimaatneutraal en zonder lozingen van restwater het lithium te kunnen winnen.

Lithiumkoorts geeft bewoners kopzorgen

De plannen worden echter niet door iedereen warm ontvangen. Veel bewoners in het gebied maken zich zorgen over de stabiliteit van de ondergrond. De ervaring leert dat geothermische winning soms ook gepaard gaan met meer en zwaardere aardbevingen. In enkele gevallen heeft men deze energiewinning moeten stilleggen. De vraag is dan ook wat gebeurt er als jaarlijks zo’n grote hoeveelheid lithium aan het grondwater wordt onttrokken.

Daarnaast zijn er ook andere zorgen. Naarmate meer lithium wordt gebruikt als nieuwe energiedrager zal er ook meer van in het milieu terecht komen. Op dit moment wordt slechts 5 tot 10 procent van het lithium in batterijen gerecycled en de kosten van recycling zijn hoog, vooral in verhouding tot de verwachtte kosten van het winnen van lithium uit grondwater.

Op het hoogtepunt van de cadmiumvervuiling van de Rijn in jaren zeventig werd er per jaar door de Duitse industrie 2200 ton cadmium verwerkt. Nu zullen we rekening moeten houden het twintigvoudige van die hoeveelheid. En hoewel lithium niet zo giftig is als cadmium, heeft het wel een toepassing als geneesmiddel bij bipolaire stoornis of clusterhoofdpijn, hebben we dus een goede reden om dat uit ons milieu en de rivier Rijn te houden.

Aanleiding: Lithiumförderung am Rhein: Zwischen Erdbebengefahr und Goldgräberstimmung | tagesschau.de

Rijn nog steeds belast met medicijnresten en industriële en huishoudelijke stoffen

De drinkwaterbedrijven in Nederland leveren een grote inspanning om schoon en gezond drinkwater te leveren. Uitgangspunt hoort daarbij te zijn dat onze bron, de Rijn, vrij is van vervuilende stoffen.
Uit onze jaarlijkse rapportage blijkt dit echter niet het geval te zijn, we zien zelfs dat de zuiveringsopgave nog steeds toeneemt. Dit terwijl de Europese Kaderrichtlijnwater (artikel 7.3) belooft dat met het verbeteren van de waterkwaliteit het vereiste niveau van zuivering voor de productie van drinkwater zal verlagen.

Medicijnresten

De grootste groep vervuilende stoffen wordt gevormd door medicijnresten die onvoldoende worden verwijderd uit huishoudelijk afvalwater. Daarnaast zien we industriële verontreinigingen waarvan we sommige kunnen toewijzen aan specifieke toepassingen en puntbronnen.
PFAS-verbindingen uit huishoudelijke en industriële bronnen vormen daarbij een steeds grotere uitdaging. Van de bestrijdingsmiddelen, voornamelijk herbiciden, vinden we nog slechts enkele stoffen terug. Maar waar we verbeteringen zien moeten we ervoor waken dat hier geen vervangende stoffen (regrettable substitutions) worden toegepast.

Silent Spring

Uitgerekend deze maand is het zestig jaar geleden Rachel Carson haar baanbrekende boek ‘Silent Spring’ publiceerde. Hierin beschreef zij “de verontreiniging van lucht, aarde, rivieren en zee met gevaarlijke en zelfs dodelijke materialen”. Het boek leidde tot het oprichten van een wereldwijde milieubeweging die sinds die tijd haar invloed duidelijk heeft laten voelen.
Ook de waterkwaliteit van de Rijn kwam in het boek aan bod in alarmerende bewoordingen. “Een studie die in het begin van de jaren vijftig in Nederland werd uitgevoerd, ondersteunt inderdaad het standpunt dat vervuilde waterwegen een gevaar voor kanker kunnen inhouden. Steden die hun drinkwater uit rivieren kregen, hadden een hoger sterftecijfer door kanker dan steden waarvan het water afkomstig was uit bronnen die vermoedelijk minder gevoelig waren voor vervuiling, zoals (grondwater)putten.” Rachel Carson gebruikt hier de verleden tijd, kennelijk was er sinds het begin van de jaren vijftig al wel vooruitgang geboekt.
Rachel Carson concludeerde destijds: “Als we zo innig samenleven met deze chemicaliën – ze eten en drinken, ze opnemen tot in het merg van onze botten – kunnen we maar beter iets weten over hun aard en kracht.”
Maar het is nog beter dat we meer te weten komen over de herkomst van deze stoffen en hoe we hun aanwezigheid in de Rijn kunnen tegengaan. Wat er niet in zit hoeven we er ook niet uit te halen.